dinsdag 7 mei 2024

Dag 7: Van Sucre naar Potosi op zoek naar zilver in de zilvermijn.

Rit van Sucre naar de koloniale zilvermijnwerkersstad Potosi.
Op dag 7, staat een rit op ons programma waarbij onze gevoeligheid aan de hoogte op de proef zal gesteld worden. Het is een verplaatsing over 155 km van Sucre naar Potosi. Potosi claimt dat ze de hoogst gelegen stad ter wereld zou zijn op een hoogte van 4.090 meter. 
In Sucre, klaar om verder te reizen naar Potosi.
De verplaatsing naar Potosi is een rit van 156 km via de route nr. 5. Alhoewel Sucre reeds op 2800 meter ligt, is het toch nog een hoogteverschil van +1300 meter dat we zullen stijgen. We vertrekken uit Sucre om 08:00 uur. De route is een schitterende weg door de Andes. Bijna geen verkeer en een schitterende blauwe lucht. 
Na 110 km rijden we door Betanzos. Dit dorp is in Bolivië gekend voor de aardappelen waarvan er meer dan 150 verschillende soorten gekweekt worden.
Aardappelendorp Betanzos.
Potosi: Werelderfgoed patrimonium.
Om 12:00 uur bereiken we Potosi. De stad wordt gedomineerd door de 4782 hoge Cerro Rico (Rijke berg). De stad kan letterlijk en figuurlijk bogen op een rijk verleden. Ze staat bekend als de zilverstad van Bolivia. Tijdens de Spaanse koloniale tijd was Potosi het rijkste department van Bolivia door al het zilver dat gevonden werd in de Cerro Rica. Potosi telt nu 9.500 inwoners. In de hoogdagen van de zilvermijn waren er meer dan 250.000 inwoners.
Welkom in Potosi.
Potosi: Unesco Werelderfgoed.
Net als Sucre, is Potosi opgenomen in deze prestigieuze lijst. In 1987 heeft Unesco Potosi uitgeroepen tot werelderfgoed. Dit heeft de stad te danken aan de historische rijkdom van de stad. Uit de berg Cerro Rico wordt al eeuwenlang zilver en andere mineralen gehaald. Tijdens de Spaanse tijd werden al deze mineralen versleept naar Spanje. De inwoners zager er niets van terug. Hierdoor bleef het een zeer arme regio. Vier eeuwen lang vloeiden alle inkomsten naar Spanje om paleizen en kerken te versieren en om oorlogen mee te financieren.

El Tenedor de Plata.
Het is 12:30 uur als we aan het hotel toekomen. We doen eerst de check-in waarna we om 13:30 uur de lunch nemen in het restaurant "El Tenedor de Plata", "De zilveren vork". Hier neem ik een typische schotel uit Potosi: "Kalapurka". Met voorsprong de lekkerste soep in Bolivia. Meer uitleg in het aparte bericht hierover. Absoluut aanbevolen voor bezoekers aan Potosi.
Vulkanische rots soep: Kalapurka
Geschiedenis van het zilver.
In een Incalegende wordt omschreven hoe een boer op zoek was naar een weggelopen lama. Het wordt donker en hij heeft de lama nog niet gevonden. Hij maakt een vuurtje aan de voet van de Cero Rico. Door de hitte van het vuur smelt de grond en een glimmend materiaal komt tevoorschijn. Het glimmende goed waar de Spanjaarden gek op waren: zilver.

Bezoek aan een zilvermijn.
Het bezoek aan een zilvermijn is een indrukwekkende gebeurtenis. Het organiseren en begeleiden van zulke excursie is voor de mijnwerkers een belangrijke (en onontbeerlijke) bron van inkomsten, vooral door de snelle terugloop van mijnbouw opbrengsten. We worden door een gepensioneerde mijnwerker ingelicht over de manier van werken en hoe we kunnen deelnemen aan het bezoek. Belangrijk is om verschillende ingrediënten te kopen. Een zakje met cocabladeren, kalksigaretten en een flesje pure alcohol van 96%. Dit zijn onontbeerlijke producten voor de mijnwerkers.
Cocabladeren, kalksigaretten en pure alcohol voor de mijnwerkers.
Met de bus worden we tot aan de voet van de Cerro Rica gebracht. Daar worden we in praktische kleding gestoken; Over je eigen kleding heen: een jasje, een broek, laarzen en een helm met een lamp. Dit doet ons herinneren aan het bezoek aan de laatste steenkolenmijn in Beringen.
In de steenkoolmijn te Beringen.
Voor het bezoek aan de mijn kopen we cocabladeren , alcohol en sigaretten. Het is eigenlijk de bedoeling om dit als geschenkjes voor de mijnwerkers mee te nemen.
Vervolgens gaan we met ons groepje van 9 personen onder begeleiding van de gids de mijn in. Het eerste stuk in de mijngang snijdt al je adem af. Dit vanwege het gruis in de lucht, de hoogte, en de oplopende temperatuur. Het is een smal, met water doordrenkt spoor De duisternis en de wagons beladen met erts die over de rails denderen en waarvoor je soms moet opzij springen, zorgen voor een angstwekkende sfeer. Maar toch treedt er langzamerhand gewenning op, waardoor je wat meer om je heen gaat kijken, en meer in je kunt opnemen.
Aangepaste kledij om in de mijn te gaan. Tevens helm met lamp op het hoofd.
Met aangepaste kledij, vrouwen in geel pak.
Bezoek aan El Tio, de duivelse God van de bergen en de mijnen. 
El Tio betekent letterlijk vertaald: de oom. Het is in Zuid-Amerika gebruikelijk om een goede kennis of vriend een tio te nemen. Het toont een soort van respect en vriendschap naar diegene die oom of tante genoemd wordt door iemand die geen familie is. 
El Tio, overladen met geschenken.
Voor de mijnwerkers is het een soort beschermheilige waar ze veel respect voor hebben. Als je El Tio goed behandeld, zal deze je beschermen tegen ongelukken in de mijn. 
Bij de beschermheilige El Tio.
Tussen de wagons naar de ingang.
Ingang van een zilvermijn.
Overal in de mijnen zijn duivelsachtige poppen die worden uitgebeld als grote, viriele, mannelijke gedaantes. Compleet met erectie en met een fles drank bij de hand, om de ondeugden van de duivel te onderstrepen. Iedere mijnwerker begroet El Tio voor hij aan het werk gaat en als hij de mijn verlaat. Wij begroeten El Tio ook eerbiedig en geven hem ook onze geschenken. Het is een indrukwekkende excursie die je laat nadenken over de privilegies die we in het westen hebben.
Vlaamse mijnwerkers in de zilvermijn van Potosi.
Logies.
Het logies voor deze nacht in Potosi is in het 'Coloso' hotel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten